De deeleconomie groeit maar door. ING meldt in een rapport dat inmiddels ruim een half miljoen Nederlandse gezinnen deelnemen aan deze economie en de verwachting is dat dit verder zal toenemen tot ruim 1,5 miljoen huishoudens binnen een paar jaar. De omvang van de gehele deeleconomie is nu zo’n 40 tot 60 miljoen en dat is gelijk aan 0,01% van de gehele economie.
De huidige trend
Met name de jongere generatie is te porren voor het idee van uitlenen of uithuren. Het past binnen hun lifestyle en het hele idee spreek ze sowieso aan in het kader van het milieu en (het tegengaan van) verspilling. Een trend waar de zogenaamde ‘rental economy’ garen bij spint en daar via het internet heden ten dage goed op in kan spelen. Door middel van strakke online platforms is het huren van van alles en nog wat nog nooit zo makkelijk geweest. Een partytent huren, een springkussen huren, een huisdier huren, het is nog nooit zo makkelijk geweest.
Overigens lopen de concepten van de ‘rental economy’ of verhuureconomie en ‘sharing economy’ of deeleconomie aardig door elkaar, maar fundamenteel verschil tussen beide zou kunnen bestaan in het feit dat de verhuureconomie meer commercieel (dus: bedrijven) van aard is, terwijl de deeleconomie leunt op particulieren die, al dan niet betaald, zaken lenen en uitlenen.
Lage prijs helpt
Waar we in de begindagen de deeleconomie nog vooral gekenschetst werd door idealistische, gratis ruilwebsites, zijn met name spelers waar betaald van particulieren kan worden geleend of gehuurd, nu het meest toonaangevend. Spelers als Airbnb en Uber zijn grote en veelbesproken partijen die nu de toonzetten. Zo is het aantal verhuurplekken van Airbnb in 2014 in Nederland met 150% toegenomen. Dit heeft onder andere te maken met de prijs: het is een goedkoper alternatief voor respectievelijk hotels en taxi’s. En met smartphones van tegenwoordig kan alles logistiek gemakkelijk gemanaged worden voor zowel verhuurder als huurder.